Zichtbaar nadenken, relationele precisie en de moed om het niet te weten
“Hoe weet je eigenlijk of er écht nagedacht wordt in je klas of team?”
Deze vraag kwam binnen, riep directe linkjes op met de komst van AI, en daarmee ook met het belang van doordachte overwegingen.
Want als we eerlijk zijn, weten we het vaak niet. We hopen, we veronderstellen, we interpreteren signalen. Maar denken, écht nadenken, laat zich niet vangen in aanwezigheid, oogcontact of een correct antwoord.
Wat ís eigenlijk zichtbaar nadenken?
Vanuit mijn achtergrond als organisatieadviseur, facilitator en onderzoeker kijk ik naar nadenken als een relationeel proces. Iets wat ontstaat tussen mensen, in taal, in interactie, in ruimte. En dat vraagt om meer dan een sterke workshop of een goed geformuleerd leerdoel.
Dat vraagt om precisie én speelruimte. Om intentioneel handelen én improvisatie. Om systemen die nadenken faciliteren; niet controleren.

Onderzoek als lenzenwissel
In mijn huidige onderzoek (binnen de master Organisatieverandering & -ontwikkeling aan de Open Universiteit) kijk ik naar hoe professionals betekenis geven aan speelsheid in hun werk, en hoe dat beïnvloed wordt door individuele factoren, teamcontext, leiderschap en organisatiecultuur.
Speelsheid lijkt misschien iets anders dan nadenken, maar in essentie gaat het over hetzelfde:
-
Weten waar je bent én durven af te wijken;
-
Erkennen dat betekenis ontstaat in interactie, niet op papier;
-
Bewegen zonder meteen te willen beheersen.
Net als nadenken is speelsheid vaak onzichtbaar, onderbelicht en slecht ‘meetbaar’. En dus wordt het vaak genegeerd.
Maar wat als we deze ‘zachte’ processen serieus nemen? Wat als we dat ontastbare ook als leerstof zien?
De drie vragen van Ellerton als uitnodiging
Peter Ellerton stelt drie scherpe vragen, die ik zelf ook regelmatig gebruik in mijn werkvormen en ontwikkeltrajecten:
-
Hoe weet je dat je publiek aan het nadenken is?
-
Hoe plan je dat nadenken met dezelfde intentie als je de inhoud plant?
-
Hoe geef je feedback op de kwaliteit van nadenken?
De aanvullende overwegingen die ik in mijn voorbereidingen hanteer zijn:
-
Wat faciliteert of belemmert reflectie, eigenaarschap of creativiteit?
-
Is er gedragen cultuur en taal voor nuance, voor ontwikkeling, voor het niet-weten?
Deze vragen zijn relevant voor diverse settingen. Ze zijn even relevant voor leraren als voor leidinggevenden. Samenwerken en leren doe je immers overal.
Want de kwaliteit van leren en leiden zit niet in de output. Die zit in de tussenruimte.
Werkvorm: De Denkcirkel
Om hiermee te oefenen ontwikkelde ik een eenvoudige werkvorm die teams helpt om:
-
zicht te krijgen op wanneer nadenken zichtbaar wordt in gedrag, taal, interactie;
-
te reflecteren op hoe ze nadenken faciliteren of juist belemmeren;
-
met elkaar een taal te ontwikkelen voor kwaliteit van nadenken (i.p.v. alleen resultaat of aanwezigheid).
Je kunt de Denkcirkel gebruiken tijdens studiedagen, heidagen, teamontwikkelsessies of als gesprekstarter bij een veranderproces. De Denkcirkel nodigt uit tot vertraging én verdieping.
Download De Denkcirkel hier als PDF
Waarom ik dit belangrijk vind
Omdat ik zie hoeveel onderwijs- en organisatieontwikkeling wordt gedaan zonder ruimte voor nadenken. Omdat we snel willen, efficiënt moeten zijn, resultaatgericht moeten werken. Maar wanneer heb je nog eens iemand midden in een vergadering horen zeggen: ‘‘Mag ik er een nachtje over slapen?’’?
Ik geloof dat elke duurzame verandering ruimte biedt om te bespreken wat impliciet is, zoals bijvoorbeeld het zichtbaar maken van ‘nadenken’. En met samen oefenen in precies dáár te blijven, in de tussenruimte, ook als we het nog niet weten.
Wil je hiermee aan de slag?
Ik ontwerp en faciliteer ontwikkeltrajecten voor organisaties die ruimte willen maken voor betekenisvol werk.
Wil je samen denken, spelen of vertragen?
Neem contact op via irisfaciliteert.nl , of reageer op deze nieuwsbrief.
Groetjes!
Iris
Vormgever van beweging.




